Veel was er niet voor nodig geweest om hem te overtuigen. Hij had geen cent te makken. Al tijden hengelde hij tevergeefs naar werk in de haven, maar al had hij er geld op toegelegd, dan hadden ze hem nog niet aangenomen. “Ik denk: die andere jongens gingen er naartoe, laat ik er dan ook naartoe gaan, laat ik iets dóén. Deze maatschappij geeft ons toch niks.”
Niet alleen zijn uitzichtloze bestaan trok hem richting de vuurlinie. Ook de ideologie sprak de achtentwintigjarige Amsterdammer mateloos aan. Duizenden jonge mensen uit heel de wereld verlieten huis en haard om te vechten voor sociale rechtvaardigheid. Ook hij wilde zich graag opofferen voor een betere wereld.
Dit is niet het relaas van een Mohammed, Ayoub, of Achraf die naar Syrië vertrok, al doet het er wel aan denken. Het citaat is afkomstig van Jaap Gons en het is te vinden in het boek De oorlog begon in Spanje. Nederlanders in de Spaanse Burgeroorlog 1936-1939. Ruim 660 Nederlanders wierpen zich net als Jaap Gons in de strijd tegen de fascisten tijdens de Spaanse burgeroorlog. En net zoals de Syriëgangers dat nu doen, bezorgden ook de Spanjegangers de Nederlandse overheid flinke kopzorgen. Waartoe waren de overwegend links georiënteerde strijders in staat bij terugkeer in Nederland? Ik sprak er eens over met Jos Smeets, interbellumspecialist bij de Politieacademie. “Er was een grote angst dat extremisten een Rode revolutie zouden ontketenen om een communistische staat te realiseren”, vertelde hij. “Dat gevaar werd buitengewoon serieus genomen.”
Om dat rode gevaar in te dammen, hield de politie mensen met communistische sympathieën nauwlettend in de gaten. Politieagenten hadden notitieboekjes in hun borstzak om verdachte waarnemingen te noteren. Ze maakten een foto als ze iemand verdachten, spraken met de kapper en de café-eigenaar op de hoek om het netwerk in beeld te brengen.
Wie naar Spanje vertrok, riskeerde het Nederlanderschap te verliezen en bij terugkomst in het gevang te belanden. Dat weerhield de Spanjestrijders niet, maar leidde er vooral toe dat ze in het geheim de grens over trachtten te gaan. Ook de effectiviteit van het registratiesysteem was beperkt: de overheid kon moeilijk iedereen met communistische ideeën opsluiten. Wel bleek het systeem een onbedoeld neveneffect te hebben: toen de Duitsers binnenvielen, viel het registratiesysteem in hun handen. Handig om in kaart te brengen wie communistisch was.
Jihadstrijders zijn geen Spanjegangers en de burgeroorlog in Syrië is anders dan die in Franco’s land. Maar wie denkt dat alleen Islamitische Nederlanders zo gek zijn om huis en haard te verlaten voor een idealistische strijd, raad ik aan het boek te lezen over de avonturen van Jaap Gons en zijn rode kornuiten.
Deze column verscheen in het UTNieuws van december 2015.