Proper dokteren (Quest Magazine)

on

Nu is het verplicht. Maar toen de Hongaarse arts Ignaz Semmelweis zijn collega’s in 1848 opdroeg hun handen te desinfecteren, leidde dit tot grote opschudding. Zijn verhaal toont dat het nogal even kan duren voordat een goed idee geaccepteerd wordt.

Zwanger worden en bevallen was nogal riskant als je in de negentiende eeuw in Wenen woonde. De kans dat dit je leven kostte, was vrij groot. Tussen 1839 en 1848 stierven 2680 vrouwen, zeven procent van alle nieuwe moeders, in een kraambed van het Weense Algemeen Ziekenhuis. De meesten van hen bezweken aan kraamvrouwenkoorts. Opvallend genoeg was de sterftekans niet voor iedereen gelijk. De meer bemiddelde vrouwen over wie artsen zich ontfermden, overleden drie keer zo vaak als de arme vrouwen op de afdeling met alleen vroedvrouwen. Geen wonder dat de Weense zwangeren hemel en aarde bewogen om bij de vroedvrouwen terecht te komen.

De Hongaarse arts Ignaz Semmelweis zou de situatie later beschrijven als ‘de horror van de kraamafdelingen’. Nu is hij wereldberoemd om zijn baanbrekende ideeën over hygiëne, maar daar moest hij hard voor vechten. Toen hij in 1846 als 28-jarige arts in het ziekenhuis kwam werken, had de directie zich al neergelegd bij het verschil tussen de twee afdelingen. Het kon niet aan de artsen liggen, vonden die zelf, dus moest het wel iets te maken hebben met ‘atmosferische verschillen’ tussen de vleugels. Maar wat dat dan precies was, wist niemand.

Bacterie was onbekend

Nu weten we dat kraamvrouwenkoorts door een infectie met de streptokokbacterie wordt veroorzaakt. Het begint met hoge koorts en een hevige dorst, gevolgd door paars-blauwe vlekken op de huid en een pijnlijk gezwollen onderbuik. Na de dood blijken allerlei organen ontstoken, ze zitten vol pus. In Semmelweis’ tijd waren bacteriën nog onbekend. Autopsies op de lijken van de jonge moeders lieten geen eenduidige anatomische afwijkingen zien: bij de ene vrouw waren de baarmoeder en lever aangetast, bij de andere was de baarmoeder intact en bleken de darmen ontstoken. Veel artsen dachten daarom dat kraamvrouwenkoorts een heel cluster van ziekten was met dezelfde klachten als resultaat.

 

Over de oorzaken deden de wildste theorieën de ronde: van een traumatische bevalling en doodsangst tot onderkoeling, voedseltekort of juist overvoeding. Ook schaamte, depressie en zorgen zouden de kans op de ziekte vergroten. En vielen de slachtoffers met bosjes tegelijk, dan was er ongetwijfeld sprake van de eerder genoemde ‘atmosferische invloed’. Over de behandeling tastte de medische wetenschap

Ook al in het duister. De ene vrouw moest zich houden aan een strikt dieet, de tweede kreeg verkoelende zalf en een derde onderging aderlatingen om de ziekte te lijf te gaan. Helpen deed het nooit.

 

Lees hier de rest van het artikel (Blendle).

(Verschenen in Quest Magazine, 14 december 2017)