De gepimpte botten van Mona Lisa (NRC)

In een klooster in Florence zouden de botten zijn gevonden van Lisa Gherardini, de koopmansvrouw die model stond voor de Mona Lisa van Leonardo da Vinci. De vondst komt de stad goed uit.

FLORENCE. „De wetenschap heeft het niet weerlegd.” Langzaam en zorgvuldig spreekt Giorgio Gruppioni op 24 september deze woorden uit, terwijl zes cameraploegen uit binnen- en buitenland zich om hem verdringen. Achter hen liggen eeuwenoude graftombes die de afgelopen jaren zijn opengebroken. Gruppioni leidde het moleculaire onderzoek naar de skeletten die hier zijn gevonden. Zijn conclusie: één set beenderen zou afkomstig kunnen zijn van Lisa Gherardini, de koopmansvrouw die wellicht model heeft gestaan voor de Mona Lisa. Hier, in het Florentijnse klooster van Sint Ursula, werd ze in 1542 begraven. Weerlegd heeft hij het niet, maar volledige zekerheid omtrent de identiteit van de botten kan de wetenschapper evenmin geven.

Gruppioni’s zorgvuldigheid is begrijpelijk: het onderzoek zorgde de afgelopen jaren voor hooggespannen verwachtingen van internationale media, maar ook voor de nodige kritiek van kunsthistorici. De initiatiefnemer, Silvano Vinceti, roept al sinds 2008 dat hij het mysterie zal ontrafelen van La Gioconda, zoals Italianen de Mona Lisa noemen. Hij haalde de wereldpers met de ontdekking van ‘een geheime boodschap’ van Leonardo da Vinci in de vorm van nauwelijks zichtbare letters in haar ogen en op de brug. Ook zou de schilder de neus van zijn leerling Gian Giacomo Caprotti hebben geschilderd, volgens sommigen de minnaar van Da Vinci. Vinceti’s claims stuitten op stevige kritiek van verschillende kunstkenners, die er altijd op wijzen dat Vinceti zelf geen kunsthistoricus is.

Dat klopt: Vinceti is een journalist die tien jaar geleden op eigen houtje het ‘Nationale Comité voor de Ontwikkeling van Historisch en Cultureel Erfgoed’ oprichtte. Met grondig speurwerk tracht hij de hiaten te vullen in de levensverhalen van grootheden uit de Italiaanse geschiedenis. Daarbij laat hij zich helpen door erkende wetenschappers. Hij werd beroemd werd toen hij in 2010 de begraafplaats van Caravaggio ontdekte in het Toscaanse dorpje Porto Ercole. DNA-analyse en koolstofdatering bevestigden toen zijn claims.

Reconstructie

Ook dit keer hoopte Vinceti dat moderne technologieën zijn conclusies extra geloofwaardig zouden maken. Hij had zelfs een reconstructie van Gherardini’s gezicht beloofd, gebaseerd op DNA-analyse van haar botten en de vorm van haar schedel.

Die belofte kan hij niet waarmaken, blijkt op de dag van de persconferentie. Op een scherm worden de botten geprojecteerd die afkomstig kunnen zijn van Lisa Gherardini: een dijbeen, een knieschijf, wat teenkootjes en stukken ruggewervel. De schedel ontbreekt. Door de slechte staat van de resten is DNA-extractie onmogelijk en koolstofdatering levert slechts een zeer grove schatting op van de overlijdensdatum, namelijk tussen 1440 en 1640. Lisa Gherardini is bepaald niet de enige die in deze periode onder de kloostergrond verdween.

Vinceti, die naast Gruppioni in de verduisterde kloosterkapel zit, is niettemin dolenthousiast. Met veel gezwaai van armen neemt hij het woord over. „Dankzij de historische data die we vonden, is vrijwel zeker dat de botten inderdaad van Lisa Gherardini zijn. Het onderzoek is dus wel degelijk een groot succes.”

Die data behelzen onder meer een pauselijke verordening uit 1521 die bepaalde dat leken en religieuzen voortaan gescheiden begraven moesten worden. Verder blijkt de verplaatsing van het altaar in de kapel in 1545 een einde te hebben gemaakt aan het gebruik van de tombe waarin ‘Gherardini’s botten’ zijn gevonden. Van alle leken die na 1521 in het klooster zijn begraven, stierf alleen Gherardini vóór 1545, blijkt uit notities van moeder-oversten.

Toch kan niemand uitsluiten dat de onderzochte botten afkomstig zijn van een non die tussen 1440 en 1521 het loodje legde. Dat is alleen mogelijk door DNA-materiaal uit de beenderen te vergelijken met dat uit de botten van Gherardini’s zonen. Vinceti blijft echter optimistisch: „De wetenschappelijke ontwikkelingen gaan zo snel, dat we dit bewijs over vijf jaar misschien wel kunnen geven.” Triomfantelijk kijkt hij naar Gruppioni, die terugknikt.

Benedetta Albanese, adviseur Cultureel Erfgoed van de gemeente Florence, deelt zijn enthousiasme. Al decennialang wordt gesteggeld over de bestemming van het klooster. In de jaren 80 werd het gebouw ‘verstevigd’ met ijzeren steunbalken en gewapend beton om de politie te huisvesten. Dat ging uiteindelijk niet door, maar het gebouw werd onherstelbaar verminkt. „Wij willen deze plek in goede staat terugbrengen en zo snel mogelijk teruggeven aan de stad”, zegt Albanese. „Er loopt al een aanbestedingstraject, maar dat heeft nog niet geleid tot een plan dat recht doet aan de culturele waarde van deze plaats.”

De massale aandacht voor dit onderzoek komt de stad dus niet slecht uit. „Het helpt natuurlijk wel als Lisa Gherardini hier is begraven”, aldus Albanese. Veel tijd voor een gesprek heeft ze niet, want Vinceti grijpt haar in het voorbijgaan dwingend bij de arm: „We moeten morgen een afspraak maken met de burgemeester. Nu de aandacht van de hele wereld bij het klooster ligt, moeten we ervan profiteren.”

Het onderzoek werd deels betaald door universiteiten, deels door de gemeente die 17.000 euro neerlegde. Een schijntje, zegt Vinceti na afloop op een terras. „Ikzelf doe dit werk gratis, uit patriottisme en passie voor de geschiedenis. Ik heb geen cent te makken en verdien mijn geld met toeristische nevenprojecten.”

Allemaal leugens

Die nevenprojecten staan echter niet helemaal los van zijn speurwerk. In Porto Ercole verzorgt de Stichting Caravaggio inmiddels de marketing van alle bezienswaardigheden in het dorpje. Vinceti is voorzitter van de stichting. Critici, zoals kunsthistoricus Tomaso Montanari, beweren dan ook dat Vinceti vooral de hiaten in zijn eigen portemonnee vult. Allemaal leugens, reageert Vinceti. „Dit land zit vol incompetente, onverantwoordelijke mensen. Terwijl de overheid strooit met miljoenen, krijg ik dit voor elkaar met 17.000 euro. Daar ben ik trots op. Florence is Leonardo vergeten: zelfs op de plek waar hij enkele jaren gewoond heeft, is nog geen bordje opgehangen. Schandalig!”

Ondertussen richt hij zich alweer op een volgende project: de begraafplaats van Leonardo in het Franse dorpje Amboise. „Niemand weet zeker of hij daar echt ligt. Hoog tijd om dat eens uit te zoeken.”

Dit artikel verscheen in NRC Handelsblad op 2 oktober 2015.