Sinds wanneer is een universiteit een influencer die je koopschaamte aanpraat?

De Radboud Universiteit ontpopt zich als idealistische wereldverbeteraar. Dat is slecht voor het onafhankelijke imago van een wetenschappelijke instelling, stelt Enith Vlooswijk.

Recent ontving ik een mailtje van de Radboud Universiteit. ‘Beste Enith, we hebben jou nodig om de influencers van de toekomst te bereiken!’ Met ‘influencers van de toekomst’ bedoelt de universiteit potentiële studenten, jongeren die bijvoorbeeld biologie, natuurkunde, of sociologie gaan studeren. Naar mijn weten hoef je als influencer alleen een YouTube-kanaal te kunnen bestieren, maar een academische influencer kan vast veel meer.

Het mailtje nodigt uit om op 18 november een video van de universiteit te delen via sociale media. ‘Op die manier’, schrijft de afzender, ‘zetten we samen een hoop mensen aan het denken!’ Ik was wel benieuwd waarover ik die mensen zou laten nadenken en bekeek de website. Daar is te lezen dat de ‘Radboud Impact Day’ (de dag dat ze het filmpje lanceren) jonge mensen moet aansporen om ‘na te denken over hun consumptiegedrag’ en ‘hoe zij via onderwijs en onderzoek invloed kunnen hebben op de toekomst.’

Dat het een week voor Black Friday zal plaatsvinden, is geen toeval: duurzaamheid gaat tenslotte niet samen met koopjesdag. Op dezelfde website staat ook een vetgedrukt citaat van Patricia Heerekop-Struving, hoofd communicatie van de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU). Ze vindt het ‘een goede en welkome confronterende actie’, want ‘het is belangrijk dat er organisaties gaan opstaan tegen deze koopgekte.’ Ja, ze zou het zelfs goed vinden als er ‘koopschaamte ontstaat bij onzinkoopjes’.

Het hoofd communicatie van de VSNU uit haar goedkeuring van de Radboud Impact Day.

Idealistisch

Het doel van de universiteit is duidelijk: ze wil studenten werven door zichzelf neer te zetten als idealistische universiteit die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan. ‘Radboud University contributes to a free and healthy world with equal opportunities for all’, staat in de bio van het Instagramaccount (hashtag ‘jebentnodig’). Welke maatschappijkritische jongere wil daar nou niet bij horen? En waarom krulden mijn tenen zich tot ver nabij mijn hielen?

Greenpeace, Milieudefensie, Amnesty International, Radboud Universiteit. Welke organisatie hoort niet in dit rijtje thuis? Na het bekijken van de website van laatstgenoemde weet ik het antwoord op die vraag niet meer zo goed. Niets ten nadele van de doelen die de universiteit zegt na te streven, maar sinds wanneer is een universiteit een organisatie die de wereld wil verbeteren door mensen ‘koopschaamte’ aan te praten? Ik dacht dat universiteiten de taak hebben om studenten een beroep en academische vaardigheden bij te brengen, niet om ze aan te zetten tot politieke keuzes.

Waarheidsvinding

Wetenschappers hoorden zich ooit te richten op waarheidsvinding op basis van kenbare feiten. Aan beleidsmakers vervolgens de keuze om de resultaten te gebruiken voor duurzaam beleid. De Radboud Universiteit lijkt die scheiding van taken maar omslachtig te vinden.

Het Nijmeegse universiteitsblad Vox wijdde afgelopen zomer een artikel aan deze en de vorige reclamecampagne, waarbij een ronkend filmpje met brandende wereldbol wat stof deed opwaaien. Is dat allemaal niet wat dramatisch en is het wel zo realistisch om de universiteit neer te zetten als wereldverbeteraar? Marketingdirecteur Pim van Zanen zag het probleem totaal niet. ‘De boodschap kwam wel aan’, antwoordt hij in het artikel. ‘Waar andere universiteiten inspelen op de ratio, zit onze universiteit op de emotie. Dat maakt het onderscheidend.’ Als de boodschap maar aankomt, is elk middel geoorloofd.

Leugens

In zijn befaamde essay On Bullshit beschrijft de Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt waarin kletspraat zich onderscheidt van leugens en waarom de kletsmajoor gevaarlijker is dan de leugenaar. De essentie van kletspraat is volgens de filosoof dat deze totaal niet draait om wat feitelijk waar is, of niet. Mensen die kletspraat verkopen, willen in de eerste plaats een doel bereiken, namelijk een indruk achterlaten van henzelf. Of datgene wat ze verkondigen nu feitelijk klopt, of niet, doet niet ter zake. Marketing- en pr-experts zijn, net als veel politici, kletspraatkampioenen.

Dat een marketingdirecteur voor een universiteit besluit te ‘gaan zitten op emotie’, in plaats van de ratio aan te spreken, zou me dus niet moeten verbazen. Maar hoe staat de Nijmeegse rector daar tegenover? De wetenschappelijke zoektocht naar feitelijke waarheid met een rationele blik op de wereld om ons heen kan zomaar op gespannen voet komen te staan met het activisme van een wereldverbeteraar. Kletsen toekomstige alumni zich dan als getrainde ‘influencers’ een slag in de rondte, of beperken ze zich als wetenschappers tot de objectieve feiten?

Vertrouwen

Academici beklagen zich de laatste tijd nogal eens over het gebrek aan vertrouwen in de wetenschap. Gesprekken over wetenschap raken, zeker in deze coronacrisis, snel gepolitiseerd, wat de inhoud van die discussies zelden ten goede komt. Als onderzoeksinstellingen zich afvragen waar al dat wantrouwen jegens de wetenschap toch vandaan komt, kan het geen kwaad eens goed in de spiegel te kijken.

Dat geldt niet alleen voor de Radboud Universiteit. Dat een vertegenwoordiger van de VSNU graag ziet dat wetenschappelijke organisaties ‘opstaan tegen koopgekte’, moet leiden tot gefronste wenkbrauwen bij alle universiteiten. Wie graag als politiek onafhankelijke kennisinstelling te boek wil staan, kan zich maar beter niet gedragen als influencer.

Dit artikel verscheen op 17 november 2021 in De Volkskrant en op VOX.